Rondreis Namibië en Botswana [3/3]

Dit is ons derde en laatste verslag over ons avontuur in Afrika. Lees ook verslag een en twee.

Onze Toyota Landcruiser maakte al eerder wat rare geluiden, maar na een check bij een dealer werd ons verzekerd dat het in orde was. Twee weken in onze reis werden we echter aangesproken over het profiel van onze banden. Of beter gezegd het gebrek aan profiel! De voorbanden bleken voor de helft kaal! Gevaarlijk en onverantwoord, zeker in het terrein waar we zouden gaan rijden. Dat was het begin van onze tour door diverse garages. Onze maat banden waren nergens te vinden, dus moesten we de reservebanden erop laten zetten. Het uitlijnen kregen ze niet goed voor elkaar. Er gingen lampjes branden op de dashboard die niemand begreep. Eindeloos wachten in de hitte… This is Africa….

Uiteindelijk vonden we iemand in Katima Mulilo die onze auto kon maken, maar helaas betekende dat dat we niet op tijd bij de grens met Botswana zouden zijn, die om zes uur sluit (!) Helaas misten we dus de campsite in Chobe National Park die we een half jaar geleden hadden geboekt omdat dat de enige in het park was. Dat was balen!  

Ondanks de tegenslag toch nog genoten van ons kortere bezoek aan Chobe de volgende dag. Diverse soorten antilopen, giraffen, zebra’s, wrattenzwijnen, pelikanen, bavianen en zelfs een groep leeuwen met welpen! Er lagen hier en daar wat dramatische karkassen en schedels. De leeuwen hebben hier een duidelijke voorkeur voor buffel. Toch verstandig om in je auto te blijven, om geen meals on wheels te worden 😉 

Chobe staat bekend om zijn olifanten, maar ondanks dat we er veel hebben gezien waren het er minder dan gebruikelijk. Er hangt al een paar dagen een dreigende lucht met af en toe onweer en olifanten houden blijkbaar niet van regen.

De wegen in Botswana zijn in de parken veel slechter dan in Namibië. Erg fijn dus dat onze auto is uitgelijnd, maar geen fijn idee dat we nu geen reservebanden meer hadden.

Onze campsite was bij Senyati, waar ze een eigen waterbron hebben waar vooral in de middag en avond veel olifanten komen drinken. Vanaf een houten terras heb je de hele avond voorstelling. Helemaal fantastisch was de bunker. Een ruimte onder de grond waardoor je op grondhoogte heel dichtbij de olifanten kon komen. Je kon ze bijna aanraken. Wat een intense belevenis. Ook een complete kudde buffels kwam een drankje halen. In de avond bleef er een kleine olifant alleen achter. Vermoedelijk zonder moeder, want hij vertrok niet met de kudde. Iedereen was al gaan slapen en de kuddes waren vertrokken. Hij graasde rustig op twee meter afstand langs ons. Heel bijzondere ervaring.

Volgende stop was Nxai Pan, onderdeel van het Makgadikgadi Pans National park. Een enorme zoutpan, midden in Botswana, waar leeuwen, mongoose, de kori-bustard (de grootste vliegende vogel, de koritrap) en zelfs de bat-eared fox (grootoorvos) te zien was. Deze laatste ontmoeting was erg bijzonder, want ze zijn niet vaak te zien. Ook bijzonder waren de Baobab’s. Deze enorme dikke bomen slaan water op in hun bast, waardoor ze de enorme droogte kunnen doorstaan. Het zag er buitenaards uit, die rare bomen op een enorme vlakte van witte zoute aarde.

En toen was het tijd voor de Okavango: Moremi National Park. Alhoewel het de grootste concentratie van wildlife in het zuiden van Afrika heeft viel het wat dat betreft een beetje tegen. We waren inmiddels erg verwend en omdat Moremi zo groot is zijn er hele droge stukken waar je nauwelijks wildlife ziet. Er waren wel erg paradijselijke stukken; de Paradise pools bijvoorbeeld. Daar reed je ineens een groene wereld binnen. Water, groen gras, bomen, waterbokken die staan te drinken, aapjes die spelen op de grond en in de bomen, overal vreemde vogels en grazende impala’s. Ook de leeuwen vinden het idyllisch. Er lag een mannetjes-leeuw pal naast de weg bovenop een impala die hij zojuist gedood had. Een leeuwin had de grootste moeite met het verslepen van een grote impala. 

De wegen zijn ongelooflijk slecht. Zelfs met onze grote 4×4 kostte het ons vele schietgebedjes om door dit gebied te navigeren. Kuilen in de weg, bomen op de weg, soms zelfs door een rivier. Zandwegen waarop je in ieder geval niet moet stoppen, omdat je anders nooit meer weg komt. Als een soort half bestuurbare boot ploeg je door een rivier van zand.

Maar wat een overweldigende wilde natuur! Op ons kamp bij Third Bridge stond een enorme boom met peulen ter grootte van een mannen-bovenarm. Dat zag er buitenaards uit. Je moest oppassen dat de hyena’s en de bavianen niet je eten pikte, maar wij hadden vooral hornbill’s op onze campsite. Geweldige vogels met een grote snavel die zeer nieuwsgierig zijn. Het begon donker te worden, dus snel een soepie en een kampvuurtje gemaakt. Met onze rug naar de auto en het kampvuur voor ons, nog even nagenietend met een wijntje, klonk achter ons wat gekraak. Even later liep er op een paar meter afstand van ons een olifant kalmpjes door onze campsite… Wow.

De volgende ochtend reden we over een zandweg waar enorme pootafdrukken van een katachtige te zien waren. Er bleken twee mannetjes-leeuwen gesignaleerd te zijn in de omgeving. Als je dan moet plassen onderweg ga je toch maar dicht bij de auto zitten met je blik naar achteren ipv naar voren! 

Na een nacht in Maun, (douche, zacht bed, restaurant!) waar ook de woningen omheind waren met hoge muren en  nato-draad (!) namen we de trans-kalahari highway die ons terug naar Namibië bracht. De weg was lang en droog. Dat valt te verwachten van een woestijngebied. Helaas lag er ook veel troep langs de weg en een grote hoeveelheid dode koeien in diverse staat van ontbinding. Kleine zandtornado’s en zelfs een ‘bos’brand gaven toch een avontuurlijk tintje aan de rit.

Onze reis eindigde in de buurt van Gobabis, waar de Harnas Wildlife foundation wilde dieren opvangt. We kregen een privé-tour gedurende de ochtend waarbij de dieren gevoerd werden. Hierbij zagen we ook een paar ezels, die weliswaar vakkundig in stukken gehakt waren om als voer te dienen voor de leeuwen, luipaarden, cheetahs, wilde honden en zelfs een caracal. Onsmakelijk maar erg fascinerend.

Ze hebben ook een school voor de plaatselijke San-kinderen. Het voelde heel dubbel toen we daar rondgeleid werden en we als een soort Angelina en Brat begroet werden.

Nog wat struisvogels gevoerd en toen was het tijd voor onze laatste etappe terug naar Windhoek.

De ongelooflijk mooie landschappen, de vriendelijke mensen en de enorme hoeveelheid wildlife die we hebben mogen zien… wat een avontuur.

Dit was ons derde en laatste verslag over ons avontuur in Afrika. Lees ook verslag een en twee.

Geef een reactie