Vulkanische activiteiten

Lassen Volcanic National Park had gelukkig beter weer voor ons in petto. Zelfs een zonnebrand. We verbleven in een kleine Cabin in Mill Creek. De dichtstbijzijnde winkel lag 32 kilometer verderop. Even boodschappen doen… Het was elke kilometer waard, want daar hadden ze de lekkerste glutenvrije chocolademuffins ooit!

Na een koude nacht (we ontdekten pas in de ochtend hoe de verwarming werkte, en we hadden al lichte nachtvorst) kregen we zon. Tijd voor een mooie wandeling angs wat geothermische-toestanden. Bumpass Hell Trail klonk wel goed. Een gids is hier ooit zijn been verloren omdat hij in een kokend hete poel stapte. Op het pad blijven dus maar. Borrelende modder, fumarolen, kokende poelen, een blauw riviertje, rookpluimen en verder witte, gele en okerkleurige mineraalafzettingen. Het was weer een fotografisch feest.

Hierna was het tijd voor een ijsje in de zon. In Lassen Volcanic is in 1915 een vulkaan uitgebarsten, die het park heeft volgegooid met stukken gestolde lava. Sommige stukken waren enorm. Na het bekijken van de ‘devestated area’ was het weer tijd voor een wandeling, nu naar Kings Creek Falls. We hadden het rijk alleen op deze wandeling naast een mooi riviertje. Nou ja, hier en daar een eekhoorn of een piet-piet-vogeltje.

Een dag later was het tijd om een andere vulkaan te gaan beklimmen. We reden naar Butte Lake, waar we een Cinder Cone op konden klimmen. Een zogenaamde ‘<a href=”http://nl.wikipedia.org/wiki/Sintelkegel” title=”nl.wikipedia.org/wiki/Sintelkegel”>sintelkegel</a>’ (zie wikipedia) die zich vormt rond een vulkaanopening. Het is meer een soort enorme aard-puist van sintels. Die was wel 250 meter hoog, en het pad liep heel stijl tegen de wand omhoog. Het materiaal is een soort grof kattenbakgrind, waarin je bij elke stap een halve stap terug zakt. Het was bijzonder uitputtend, maar de beloning was er ook naar. Je kon over de rand van de krater lopen en je had een fantastisch uitzicht over de raar gekleurde duinen, lava’bedden’, bossen en meren. In de verte lag Mt. Shasta er mooi bij. Op de top van de vulkaan stonden een paar stoere fotogenieke boompjes.

De volgende ochtend reden we naar het Lava Beds National Monument. Hier ging het met name om de grotten. Meer dan 700 lava tube caves, (<a href=”http://nl.wikipedia.org/wiki/Lavatunnel” title=”nl.wikipedia.org/wiki/Lavatunnel”>lavatunnels</a>) die ontstaan zijn doordat de bovenste laag van een lavastroom stolt. De lava daaronder vloeit dan weg, en dan ontstaan er dus tunnels. Boven de grond was het heet (van de zon, niet van vulkanische activiteit) en stond het landschap vol gele struikjes, jeneverbessen, verdorde bomen en een verdwaalde coyote. Onder de grond was het koel, donker en euh… rotsachtig, met hier en daar een hagedis.
Het mooist waren de tunnels waar een gedeelte van het plafond was ingestort. Door het zonlicht kon je mooi de grot inkijken. Blue Grotto had een mooi gekleurd plafond, yep: blauw. In de Ovis tunnel klommen we over een ingestort stuk heen, en toen bleken we de weg kwijt te zijn. Via een alternatieve route klauterden we over een berg rotsblokken de grot weer uit. Echt verdwalen konden we niet, maar het was wel spannend. De sentinel was te spannend voor mij. We hadden wel zaklantaarns, maar als ik geen hand voor ogen kan zien en een kilometer door een hele kleine ruimte moet lopen, dan slaat de claustrofobie toe. We eindigden ons avontuur in de Skull cave, waar schedels gevonden zijn van schapen en mensen. Wie zou wie gegeten hebben?

Morgen is het alweer tijd voor ons laatste park. Of bos in dit geval. We hebben een cabin geboekt in Index, in het Snoqualmie national forest. Nog even <a href=”http://www.harmony-lodge.com/riverviewcabin/” title=””>drie dagen relaxen in een hot tub met uitzicht over een rivier</a>. De plaatselijke otter schijnt jongen te hebben. Misschien gaan we die nog ontmoeten…

Geef een reactie