Ierland 2011

Wat te doen als er een staartje van een orkaan (Katia) over komt waaien? Een verslagje op het weblog plaatsen. Kennen jullie die reclame voor Jameson whiskey, met de langsvliegende huizen en paarden…

We zijn inmiddels al een week onderweg, en genieten momenteel dus van de storm in Glenveagh National Park in de Derryveagh Mountains, Donegal. Wandelen wordt ten sterkste afgeraden…
Onze tocht begon ook stormachtig. De boottocht naar Rosslare veranderde in de nacht in een kermis-attractie. We werden heen en weer gegooid in ons bed, en de volgende ochtend was onze auto bedekt met een flinke laag zout. Gelukkig hadden we meteen veel regen, zodat het zout snel weggewassen werd.

De eerste stop was de Wicklow Mountains, met een fantastische wandeling op de Spinc (spitse berg) en we hebben zowaar herten en berggeiten gezien. Ok, geen beren, maar toch ook erg leuk. Ook toen veel wind, maar de regen viel mee. De sfeervolle Glendalough-vallei staat vol met vroeg-chirstelijke kerkruïnes en oude Keltische grafkruizen. Zeer fotogeniek!

Via de Wicklow Gap op weg naar Cashel, waar twee kastelen vlak bij elkaar staan: Cahir en Cashel. Typische kastelen, compleet met dikke muren, kantelen, torens, valhek, kanonnen etc.
Vanwege het slechte weer in het westen besloten we de route om te gooien en eerst via het oosten omhoog te rijden. Volgende stop dus Newgrange, de bekende Neolitische grafheuvel. Ongelooflijke constructie, waar rond 21 december, de ‘winter-solstice’, de zon door en gat naar binnen schijnt. Met een lamp werd dat nagebootst, wat wel een bijzonder effect had. Nog even gestopt bij Monasterboice, waar de grootste en meest bijzondere Keltische kruizen te zien waren. Indrukwekkend.

Tijd voor wat natuur, in de vorm van de Mourne Mountains in Noord-Ierland. De wandelschoenen aan, de paden op, de hekjes door, de hei over, de berg op. Tjongejonge, we hadden zelfs een beetje zon. Dat was fijn, want zelfs de Ieren klaagden over het weer.

Belfast stond ook op het programma. We deden een ‘Black taxi tour’ langs allerlei politieke locaties, als Shankill road en de muurschilderingen, en de zogenaamde ‘peace wall’; een Berlijnse-muur-achtige constructie die dwars door de stad loopt om de twee kampen te scheiden. Erg vreemd; overdag werken en winkelen ze in hetzelfde gebied, en in de avond gooien ze stenen en scheldwoorden naar elkaar. De verhalen uit de tijd van de bommen zijn eigenlijk nog zeer recent. Bizar allemaal. Verder is Belfast een industriële stad, met grote gebouwen in rode baksteen, met erg veel pubs. Best aangenaam, als je niet let op de hekken, camera’s en het prikkeldraad.

Ook op de Giant’s Causeway hadden we even zon. Fijn voor het fotograferen. 60 miljoen jaar geleden is hier, net als op het eiland Staffa in Schotland, een laag gesmolten basalt afgekoeld en veranderd in een prachtig patroon van zeskantige stenen. We hebben overnacht in Bushmills. Aye, mine’s a whiskey.

Na een tocht over Inishowen peninsula, met het meest noordelijke punt van Ierland: Malin Head (rotsen, parkeerplaats, kronkelweggetje en mensen die foto’s van elkaar maken in de wind en regen; check), nu dus in een hostel met Mount Errigal in onze achtertuin. Dat zeggen ze tenminste. We hebben er nog niet veel van gezien. Af en toe valt de stroom uit, en de wifi verbinding is niet echt stabiel. Nog maar een kopje thee dan… En wat fotootjes uitzoeken.

Geef een reactie