Geweldige boottocht op de Haida Gwaii

Inmiddels zijn we Canada alweer bijna uit, maar even terug naar Haida Gwaii…

De overtocht verliep goed. Toen we aankwamen begon het net licht te worden. Tijd voor een wandeling in Naikoon park. Om kwart voor zeven liepen we een fantastisch sprookjesachtig trollenbos in. Grote bomen en overal mos en varentjes. Een enorme deken van lichtgroen lag over de stenen, grond en bomen. De zon kwam door en scheen prachtige strijklichtjes het bos in. Harige mossen die in de takken hingen werden elfachtige slingertjes. Een mooie zeearend poseerde keurig voor onze camera’s. De tocht kwam uit op de zee met een strand vol grote witte aangespoelde bomen, kiezels en wat kleine duinen met gras. Uiteindelijk zagen we in de verte het wrak van de Pesuta liggen; een schip dat in 1928 aanspoelde. Zeer fotogeniek. We waren voorbereid op nat weer, aangezien dit de plaats is met de meeste regen in Canada, maar inmiddels waren we verbrand door de zon!
Nog even wat schatzoeken op Agate beach, juist, agaten, en op naar Port Clements.

Weer een pont verder kwamen we aan op Moresby Island, waar we een dag later werden opgehaald voor onze boottocht door Gwaii Haanas National Park. Naast ons was er nog een ander koppel uit Alberta en de twee gidsen. De eerste etappe ging over een tamelijk slechte houthakkers-weg naar Moresby Camp. Daar kregen we onze explorer-outfit. Een dikke regenbroek in de vorm van een tuinbroek, een enorme lange zware regenjas daaroverheen, en niet te vergeten: rubberlaarzen en een reddingsvest. Met dikke kleren daaronder en een muts op waggelden we naar het kiezelstrand en onze tocht kon beginnen!

In een snelle Zodiac voeren we door Cumshewa Inlet. Overal kleine eilandjes met dennenbomen in het glinsterende water. Af en toe zagen we de witte kop van een zeearend en in het water zagen we zeehonden, zeeleeuwen, een walvis en erg veel watervogels. De plaatselijke Natives, de Haida, woonden vroeger op deze eilanden. De blanken brachten in de 18e eeuw allerlei ziektes mee, waardoor de populatie in korte tijd van 30.000 naar 6.000, en later naar 600 was terug gebracht. De dorpen waar ze woonden zijn nu verlaten, maar kunnen nog wel bezocht worden. In Tanu lagen houten overblijfselen van huizen, overgroeid door mos tussen de bomen. In Skedans waren diverse totempalen nog te zien, maar erg verweerd. We werden rondgeleid door de Haida van de Arend- en Raafclan, de twee hoofdclans van de Haida. Het weer was geweldig. Af en toe een klein buitje, maar verder tamelijk zonnig. Genoten van een keurig verzorgde lunch op het strand met zowaar huisgemaakte gutenvrije blueberrie-muffins… goddelijk.
Op weg naar onze floating lodge, een drijvend ‘hotel’ in een afgelegen baai, nog even de garnalenfuiken gecontroleerd voor het avondeten. We hebben nog nooit zo verse garnalen op. ’s avonds met een whisky nog genoten van de fosforescerende algen. Het is een mysterieuze plek.

De volgende dag weer de Zodiac in. Onze eerste stop was een eilandje dat met vloed onder water staat. De zeehonden bekeken ons argwanend terwijl we over de rotsen klauterde op zoek naar zeesterren en andere waterbeestjes. Er viel een kleine bui, dus het werd tijd voor de hotsprings. Er zijn 3 natuurlijke bronnen waar je in heerlijk warm water kunt zitten, terwijl je uitkijkt over de oceaan. Waanzinnig. Warm tot op het bot weer in de boot geklommen (zeer elegant met al die regenkleding) voor onze laatste stop: Lyell Island. Een wandeling ging door een oud bos met enorme bomen. De route liep langs een kleine riviert, die uitkwam op weer een sprookjesachtige plek. De zon scheen op het mos en het natte gras. Overal vlogen zeearenden en in de rivier was een otter een zalm aan het oppeuzelen. Waar we de kreek over wilde steken kwamen we een enorme zwarte beer tegen. Haida Gwaii heeft de grootste zwarte beren ter wereld. Deze was erg bijzonder en had een witte vlek op zijn borst.
Wat een geweldige tocht! (Het beste verjaardagscadeau ooit. Dank aan iedereen die heeft bijgedragen!)

De dag erna, toen we weer op Graham Island waren, stak er een storm op. Toen beseften we pas hoe zeer we geboft hadden met het weer. Wat een natuurkracht! Onze overtocht terug naar Prince Rupert was erg onstuimig…

Op dit moment zijn we alweer in het zuiden van Canada. Morgen rijden we de Verenigde Staten in, naar North Cascades national park.

Geef een reactie