Howdy!

Zo, inmiddels zijn we al weer terug van onze reis en aan het genieten van een jetlag. Nog even een kort verslagje van onze laatste dagen in Amerika en daarna kunnen we beginnen met het uitzoeken van de vele foto’s die we hebben gemaakt. Uiteraard zullen we weer een selectie op internet plaatsen, maar dat kan even duren. Het zijn belachelijk veel foto’s…

Na een bezoek aan Monument Valley verbleven we in een hotel in Bluff, omdat alle hotels in de wijde omtrek vol zaten. De dichtsbijzijnde beschikbare kamer was honderd kilometer verderop. (Ter vergelijking: “Nee, we hebben niets beschikbaar in Tilburg, maar in Nijmegen is nog wat vrij…”)

Mesa Verde is een natuurpark dat eigenlijk meer over archeologie gaat dan natuur. Ook al is de natuur ook mooi, de reden voor een bezoek is de aanwezigheid van fantastische woningen die de Anasazi-indianen hier duizend jaar geleden hebben gebouwd. Ze zijn pas in de 19e eeuw ontdekt, en zijn heel goed bewaard gebleven. Het is een mysterie waarom de indianen verdwenen zijn, want dat hebben ze zeer plotseling gedaan. Alle gebruiksvoorwerpen lagen nog op hun plek, alsof ze die ter plekke hadden laten vallen.
Het was indrukwekkend te zien dat ze ook gebouwen met verschillende verdiepingen  konden maken. De gebruikte stenen hebben dezelfde kleur als de rotsen dus het ziet er allemaal heel natuurlijk uit.

Via de Million Dollar Highway zijn we verder omhoog geklommen richting Denver. Die weg heet zo vanwege het gerucht, dat er gesteente met goud erin is gebruikt om de weg op te vullen. Het is een fantastisch mooie route door een gebied dat het ‘Zwitserland’ van de USA wordt genoemd. Inderdaad, mooie hoge bergen en ook de architectuur voelt wat Zwitsers aan. Een paar dagen voor we daar reden, was er een flinke sneeuwstorm geweest, dus op de hoogste stukken lag al flink wat sneeuw en het was flink afgekoeld. Het  temperatuurverschil tijdens deze vakantie was dus 45 graden celsius!

In Rocky Mountain national park hadden we een huisje geboekt voor de laatste dagen. Een gezellig huisje, met hot tub natuurlijk. Dat is inmiddels een traditie. Nog even lekker uitrusten voor we weer naar huis vliegen. Het huisje was in cowboythema ingericht, maar het comfort was wel uit deze tijd.

Op de valreep zagen we nog 3 elanden. Een moeder met twee jongen, wat wel bijzonder is. Helaas was het al laat, dus foto’s hebben we niet. Waar we wel veel foto’s van hebben is een groep bronstige wapitiherten (elk). In een vallei bij Estes park hadden zich ongeveer vier groepen wapitiherten verzameld en een groep van ongeveer 20 mannetjes. De mannetjes waren uiteraard aan het opscheppen en vechten. “I’m the man!” De jonge mannetjes speelden hun oefengevechten en daar tussendoor liepen de vrouwtjes te kijken waar alle commotie nou eigenlijk om was. Hun maaltijd werd af en toe verstoord door een mannetje die een poging waagde. “Niet vandaag, schat.”
Er stonden aardig wat mensen te kijken naar dit pandemonium, en de ranger met wie ik sprak zei dat ze dit nog nooit eerder had gezien. Het was een bijzonder spektakel. Bijna een soort soap…

Op weg naar het vliegveld zijn we nog even gestopt in het plaatsje… Nederland. Jawel, “Nederland” in Colorado. Net als waarschijnlijk vele Nederlanders voor ons, hebben we de nodige foto’s gemaakt en het T-shirt gekocht. De naam is in 1874 gekozen door de bewoners van dit stadje, dat zich had ontwikkeld als mijnstadje. De mijn was in 1873 verkocht aan een Nederlands bedrijf.

De terugvlucht was hobbelig en zoals alle vluchten: niet echt aangenaam. De landing in Amsterdam was echter bijzonder soepel. Het was een fantastische reis! Nu alleen nog maar de foto’s uitzoeken.


Het circus bij het ‘4-landen’ punt. De plek waar 4 staten elkaar raken: Arizona, Utah, Colorado en New Mexico


De rotswoningen in Mesa Verde


De herfst begint al duidelijk zichtbaar te worden


Ijspret in Rocky Mountain NP


“Zet je me nog op de foto, of hoe zit dat?”


“I’m the man!” [1]


“I’m the man!” [2]


Welkom in Nederland


De hints zijn overduidelijk: de reis zit er op.

Death Valley en de Mojave Desert overleefd

Death Valley is echt een buitenaardse plek. Vooral het verschil met het bos met sequioa’s in de ochtend was absurd. Het landschap is erg kaal. De vallei is enorm en weids en ook hier zijn de kleuren van de aarde en rotsen geweldig. De hitte was intens. Het was 45 graden, en de lucht was zwaar van de hitte. Als je uit de auto stapte was het alsof je een hete föhn in je gezicht kreeg. De hete lucht die je moest inademen voelde alsof het vaste stof was. Stoffig was het ook, ja. Het diepste punt van de USA ligt ook in Death Valley: Badwater. Het is geen badkuip, maar een lage kom van droge aarde met een laag zout eroverheen. We waren daar vrij laat op de dag, dus het licht was prachtig. Helaas was het nog steeds ontzettend heet.

Mojave Desert heeft iets meer begroeiing. Kleine struikjes, cactussen, en de fantastische Joshua Tree. Dat is eigenlijk een soort grote yucca. Een ‘bos’ van die bomen is erg bijzonder. Het was hier iets minder heet, maar nog steeds kon je niet langer dan ongeveer 15 minuten uit je auto blijven. (Lang leve de airco!) We hebben helaas geen coyotes gezien (wel dode overigens), en ook geen roadrunner. Wel zand, rotsen en nog meer zand en rotsen. Geweldig, wat een ruimte!

Het lag op de route, dus we zijn ook even gestopt in Las Vegas. Tja, het is een circus. We hadden niet veel tijd daar, maar je kunt je daar prima vermaken met de hele dag mensen kijken… Na de ‘Strip’, een aaneenschakeling van grote casino’s met kermisachtige aankleding, was de ‘Arizona-strip’ aan de beurt. Een gebied met knalrode zandstenen rotsen en kliffen, waar kalkoengieren in grote groepen rond vliegen. Het gebied is een groot Navajo (indianen) gebied. Je ziet er veel Natives, en je denkt steeds… welke film was dat ook al weer…? We zitten inmiddels in Arizona, en dat is bijna Mexico. Het heeft ook een andere sfeer dan Utah en Californië.

We hadden een ‘fotografie-tour’ geboekt voor Antelope Canyon. Deze smalle kloof ligt op Navajo grondgebied, en is dus alleen onder begeleiding te bezoeken. De weg erheen was een tocht op een open 4wheeldrive door een zanderige vallei. Een zeer hobbelige weg, waarbij we af en toe 30 centimeter uit onze stoel werden gelanceerd. Antelope Canyon is een zeer fotogenieke smalle kloof met ongelooflijke mooie rood/oranje/bruine wanden. Door de smalle spleten bovenin valt op het midden van de dag zomaar ineens een lichtstraal naar beneden. Onze navajo-gids gooide wat zand op de grond waardoor het licht beter zichtbaar was. En wij hadden dan een minuut of zo om foto’s te maken, voor de straal weer weg was. Of voor de volgende groep voorbij kwam, want het was erg druk. Het is sowieso nog aardig druk in september in deze contreien.

De Grand Canyon was toen aan de beurt. Door een afzegging hadden we een ‘frontier cabin’ in de Grand Canyon Lodge. Zo’n plek waar je 13 maanden van tevoren moet reserveren. We sliepen dus zo’n 50 meter van de Canyonrand, wat zeer gunstig was voor het genieten van de ondergaande zon boven de Canyon. De noordelijke kant vonden we mooier en rustiger dan de zuidkant. Het is vreemd om door een groot dennenbos te wandelen en rijden, en dan ineens uit te komen bij een immense kloof in de grond. Hier zagen we de enorme wapiti-herten (Elk) die we ook in Canada hebben gezien. Prachtige indrukwekkende dieren.

Vandaag zijn we naar Monument Valley gereden. Een vlakte waar zandstenen kliffen ineens uit de grond oprijzen en waar heel veel cowboys/indianen-films zijn opgenomen. Vooral veel John Wayne films. Ook in reclames zie je dit gebied vaak terug. Het beeld van de cowboy op het paard met de ondergaande zon en de rotsen op de achtergrond… Je kent het wel. Weinig cowboys gezien. Wel veel japanse toeristen en Natives op quads (motoren met 4 wielen).

We overnachten nu in Bluff, en vertrekken morgen voor de laatste etappe. Morgen staat Mesa Verde op het programma, waar we oude rotswoningen van de Anasazi gaan zien, een indianengroep die hier leefde van de 1e tot de 15e eeuw. We verblijven nog een paar nachten in het Rocky Mountain National Park, waar we een cabin met hot tub hebben geboekt. De weersverwachting voor morgen daar: sneeuw…

Graniet, water, vuur en bomen

Yosemite National Park is Graniet en Groen. Na een paar uur rijden kom je van de dorre vlakten van Nevada in een prachtig landschap vol bergen, beekjes en bomen. De granieten bergen waar het park om bekend staat doen het leuk op de foto met het water en de weiden in de vallei. Er was overigens weinig water in deze tijd van het jaar, dus de beroemde Bridal veil falls waren veranderd in een tamelijk miezerig vallend beekje. Het is het populairste park van de USA, dus zelfs in september aardig druk. Verder was er een maand geleden een uit de hand gelopen ‘controlled fire’. Ze steken een gedeelte in de fik, wat hoort bij het onderhoud van het bos. Helaas was deze dus ‘out of control’, waardoor een enorm gedeelte van het park verbrand is. Oeps, foutje. Mede daardoor hebben we in Yosemite geen beren gezien. Die houden niet zo van bbq. Wel zagen we een ‘rockslide’, een stuk berg dat met veel geraas naar beneden donderde. Gelukkig stonden wij op de tegenoverliggende berg!

Na Yosemite was Kings Canyon National Park aan de beurt. Een hele andere ervaring dan Yosemite. Veel minder toeristisch en zeker net zo mooi. Je rijdt vanuit een dal met yucca’s, slangen, hagedissen en rotsen naar een hoog gelegen canyon met woeste rivieren en enorme bergen. Eigenlijk een verademing na het georganiseerde Yosemite.

We logeerden in Cedar grove, bij road’s end, jawel, waar de weg gewoon ophield. Vanaf daar kon je fantastisch wandelen. We deden de ‘misty falls trail’ naar, jawel, weer goed, een waterval waar nogal wat water vanaf kwam, zelfs in deze tijd van het jaar. De tocht was 17,5 kilometer. Dat is best veel in de brandende zon, bergop- en afwaarts. En dan de vliegen/mugjes… Fijn, die natuur. We moesten ondanks een bad in anti-muggen-spul bijna de hele route met petjes, handen en zelfs stukjes varen voor ons gezicht wapperen om niet gek te worden van die beestjes in je gezicht. We wapperden ons een weg naar boven door een prehistorisch aandoend landschap en werden beloond met een prachtig zicht op de waterval. Spierpijn in de kuiten en in de rechterhand, maar het was het zeker waard! Als toetje kregen we eindelijk onze beer te zien. Natuurlijk niet op de wandeling, maar gewoon een paar kilometer van de lodge, bij een parkeerplaatsje. Het was een slimme beer, dus hij was weg voor we een foto konden maken.
Cedar Grove lodge is een kleinschalige motel/herberg, dus ’s avonds hebben we nog gezellig met het personeel zitten keuvelen en een bourbon gedronken.

Sequoia National Park ligt tegen Kings Canyon aan, maar heeft een totaal ander landschap. Hier gaat het om bomen. Niet zomaar bomen, maar de grootste bomen op aarde. (Jawel, oudste, grootste… we houden van extremen.) Nergens anders op aarde komen de sequoia’s nog voor. De grootste (in volume, dus niet de hoogste) heet ‘General Sherman’ en is onderaan ruim 12 meter breed en 84 meter hoog. Ongeveer zo groot als een gebouw met 20 verdiepingen. Ze zijn niet allemaal zo groot, maar de meeste wel gigantisch. We zijn naar de Redwood Mountain Grove gereden. Lopen tussen deze giganten is eigenlijk een spirituele ervaring.

Overigens ook hier regelmatig geblakerde bomen. De sequoia heeft vuur nodig om zich voort te planten. Door het vuur gaan de dennenappels open en het vuur op de grond zorgt voor ruimte en vruchtbare aarde. Vroeger sloeg de bliksem regelmatig in, waardoor de boom zichzelf voortplantte. Verbazingwekkend systeem. Met de tegenwoordige blustechnieken moet de natuur echter een handje geholpen worden.

Morgen gaan we weer een stukje rijden. Het mooie sprookjesbos uit en… de woestijn in. Death Valley en de Mojave dessert staan op het programma. Euh… cactussen en coyotes? We gaan het zien.

Vreemde rotsen, oude bomen en lege vlaktes

We zijn inmiddels al weer in het luisterrijke plaatsje Tonopah. Een klein voormalig zilvermijn-stadje in het westen van Nevada. Je komt er, door heel lang over rechte wegen dwars door dorre valleien met ‘sagebrush’ te rijden. Sagebrush komt in westerns altijd voorbij gewaaid.

We waren in het vorige stukje gebleven bij Capitol Reef, waar een stuk aarde 65 miljoen jaar geleden met veel geweld omhoog is gekomen. Het is woest, maar de vallei rond de rivier is heel idyllisch en groen. Dat vonden de mormonen ook en hebben zich vroeger hier gevestigd. Er waren wat overstromingen, dus een gedeelte van het park was gesloten, maar wat we zagen was erg mooi.

Het volgende park, Bryce Canyon, was drukker. Het is een bijzonder mooi park, dus ook populair. Als je eenmaal gaat wandelen valt de drukte mee. Bryce is een enorm natuurlijk amfitheater met bijna sierlijke roodbruin met witte zandsteenpilaren. We wandelden door een buitenaards landschap naar plekken die ‘Sunset point, Rainbow point en Inspiration point’ werden genoemd. De zonsondergang op het rode gesteente was een spectaculaire show.

Nog geen beren gezien, maar die komen in deze gebieden nog niet voor. Wel hebben we weer heel veel herten gezien, waaronder de Pronghorn Antilope. Een foto van zo’n hert zat bij het vorige verhaaltje. Echt bijzonder is het feit dat we 10 Californische Condors hebben gezien. Deze enorme roofvogels zijn met uitsterven bedreigt. Dat maakte het nog specialer. Die ontmoeting kostte ons weer aardig wat foto’s en video…
Die Condors woonden in Zion National Park. Een plek die zeer warm is, en waarvan ik niet wist dat er ook tarantula’s wonen. Dit zijn enorme spinnen die in de rotsen wonen, waarvan ik er gelukkig geen gezien heb! Ik loop liever door een park met beren!

Dat gaan we dan nu ook doen, want vandaag rijden we naar Yosemite National Park: zwarte beren land.

Nog 1 park is vermeldenswaard, namelijk Great Basin National Park. Het ligt midden in de dorre warme vlakte van Nevada. Het park is eigenlijk een berg, Mount Wheeler, die als een enorme pukkel uit het landschap oprijst tot een hoogte van bijna 4000 meter. We zijn gaan wandelen op de top, maar we deden het rustig aan. Op deze hoogte is ademen moeilijker en je voelt je al snel licht in het hoofd en zwaar in de benen. Het was in ieder geval de moeite waard, want de wandeling liep door een bos van dennen ‘Bristlecone pines’ die de oudste bomen op aarde zijn. Bij sommige stond een bordje, bijvoorbeeld ‘born: 1200 bc’, (geboren 1200 voor Christus). Dat maakt indruk. Al foto-hoppend hebben we een halve dag tussen deze oudjes doorgebracht. Vooral dood waren ze erg fotogeniek. De bomen rotten niet weg, maar eroderen gewoon. Hierdoor kunnen ze nog duizenden jaren dood blijven staan. Wat mooi is voor de fotograferende medemensch!

Tijd om te vertrekken nu. We laten het dorre landschap even achter ons, en duiken onder in de weelderige natuur van de Sierra Nevada.

USA 2009

Dit jaar geen Canada maar het landje daar ten zuiden van. Na onze veilige landing in Denver hebben we onze 4wheeldrive opgehaald voor onze tocht door het zuidwesten van de USA. <a href=”/blog/images/popup:usa_2009_route.jpg” target=”_blank”>Klik hier</a> voor een kaartje met natuurparken die we gaan bezoeken.

Allereerst was Dead horse Point State park aan de beurt. Ja, de Amerikanen zijn goed met namen. We hadden wat regen, maar dat maakte de uitzichten niet minder spectaculair. Ook in Canyonlands was het uitzicht adembenemend. Pastelkleuren, kloven en vreemde rotspartijen en inmiddels zonneschijn. Daarna was Arches national park aan de beurt en jawel, dat heeft heel veel rotsbogen. Dit park had veel toeristen en veel zon. Ondanks zonnebrandolie zijn we allebei nu rood met wit. Maar ja, wat wil je met 92 klein balletje-F…

We bevinden ons in een paradijs voor geologen. De creativiteit van Moeder natuur is ongelooflijk. Een variatie in kleuren, structuren en vormen. Gestapeld, gesmolten, geperst, uitgesmeerd, gescheurd, omhoog geduwd, vervormd en gebroken. Alle smaken, alle kleuren. Rotsformaties die natuurwetten tegenspreken. Dit is onder andere te zien in Goblin valley state park, waar je moeite moet doen om geen trollen en goblins te herkennen in de vreemde zandstenen sculpturen.

Inmiddels zijn we via Capitol Reef naar Bryce Canyon gereden. Nog steeds veel zon, maar Koen heeft inmiddels een hoofddeksel aangeschaft met magische kristallen die zijn hoofd koel houden. Laat de zon nu maar schijnen!

We hebben nog geen beren gezien, maar al wel een varia aan hert-soorten, gieren. En wat dacht je van hagedissen?

Morgen is Bryce Canyon aan de beurt. Dat kost ons vast weer een hoop foto’s. We hebben er overigens al een paar gemaakt…

Route USA 2009

Dit jaar gaan we het Zuidwesten van de Verenigde Staten onveilig maken tijdens onze vakantie. Klik op onderstaande afbeelding voor een kaartje van onze route.


(vergroot afbeelding)

Foto’s van Egypte cruise

Begin januari bestonden Anke en ik 15 jaar. Om dat te vieren zijn we een weekje naar Egypte geweest, eind januari. Eerst vier dagen op een Cruise: van Luxor naar Aswan. Daarna zijn we met een nachttrein naar Caïro gegaan, om daar nog twee dagen te genieten van o.a. de piramides en het Egyptisch museum.

We hoefden verder niks te doen. Programma, vervoer, eten en overnachtingen – alles was geregeld. Het enige wat we zelf hoefden te doen was genieten en foto’s maken. Beide hebben we uitgebreid gedaan. Het zal niet snel onze voorkeur van reizen worden, zo geheel verzorgd. Maar voor een weekje Egypte is het perfect.

Nu hoeven alleen die Egyptenaren nog maar iets minder agressief te worden in het verkopen van prullaria en het reisbureau moet nog leren wat de betekenis is van glutenvrij…

We hebben – geheel volgens traditie – ruim 300 foto’s geselecteerd. Veel plezier met onze Nijl Cruise.

Oh ja, het duurt even voordat alle thumbnails zijn geladen (aan de rechterkant van het scherm). Je kunt de foto’s pas bekijken als al die kleine afbeeldinkjes zijn geladen.

vakantiefoto's vakantiefoto's vakantiefoto's
vakantiefoto's vakantiefoto's vakantiefoto's

Vakantiefoto’s Canada 2008

Het is gelukt om 8000 foto’s terug te brengen tot een enigszins behapbare selectie van 370 stuks. Je kunt de diashow aanzetten op 3 of 4 seconden, dan duurt het een minuut of 20 (lekker voor een zondagmiddag). Of je kunt er doorheen scrollen, en de foto’s die je groter wilt zien aanklikken. En natuurlijk kun je ook commentaar leveren! Graag zelfs.

Veel plezier met onze ‘coast to coast’ van Canada.

vakantiefoto's vakantiefoto's vakantiefoto's
vakantiefoto's vakantiefoto's vakantiefoto's

Beren in de mist

Het viel mee met de regen en de kou. Het weer bleef nog dagen goed. Voorspellingen zijn in een land vol extremen nog lastiger.

Een bezoek aan Yoho National Park stond nog op het programma, waar de Takakkaw-falls nog steeds valt. Al eerder gezien, maar het blijft ‘awe-inspiring’ (bewondering oproepend), wat de Native betekenis is van Takkakaw. Ook Banff ligt er nog, waar we een minder inspirerende dag hadden. Het is hier wat drukker en toeristischer.

We moesten weer omrijden, ditmaal door een mudslide (berg modder op de weg). Hierdoor zijn we via Kootenay terrecht gekomen in Glacier en Revelstoke National Park. De Giant Cedar trail was de plek waar Anke zeven jaar geleden haar enkelband had ingescheurd. Zeer gevaarlijk, zo’n boardwalk (houten vlonder wandelpad). De Cedars staan er al duizenden jaren en de sfeer was nog steeds mossig, mistig, en oeroud.

De dag erna reden we naar de summit (top, op 1938 meter) van Mount Revelstoke, een winter-wonderland binnen. Er lag sneeuw op de bomen en bergen. Voorzichtig krakend liepen we door dit stille landschap vol kerstkaartfoto’s. Kon Anke meteen haar nieuwe muts uitproberen.

Onze vakantie eindigde in een vooraf geboekt paradijselijk huisje in Brackendale. De rit over de Sea to Sky highway ging wat minder soepel. Ze zijn overal aan de weg aan het werken, vanwege de Olympische winterspelen die in 2010 in Vancouver en omgeving (Whistler) gehouden gaat worden. Daar hadden we echter geen last van toen we in de Tantalus View retreat aankwamen.

Het houten huis ligt verscholen op een berg in de bossen van het gematigde regenwoud, een land vol dennen, mist en mos. De eigenaar woont een stukje verderop, maar verder was er geen kip te bekennen. Wel een zwarte beer in onze ‘achtertuin’, wat het wandelen en het verblijf in de hot tub een extra dimensie gaf. Deze moederbeer met twee jongen zijn we zelfs tegengekomen op een wandeling. Ze doemde voor ons op uit de mist tijdens een klauterparij over de Eagles Bluff, waardoor wij genoodzaakt waren een andere kant op te klauteren. De knikkende knietjes ontspanden prima in het hete water van de hot tub.

Helaas moesten we het paradijs verlaten en ons bezig gaan houden met drukte, wachten, vluchtnummers, wachten, kapotte bagagebanden, wachten, zoekgeraakte bagage, wachten, en nog wat meer wachten. Inmiddels heeft Air Canada zowel ons als onze bagage thuis weten te krijgen en zijn we alweer aan het werk, voor zover de Jetlag dat toestaat. Er is een tijdsverschil van negen uur, dus voor ons eigenlijk alweer bedtijd. Het zal even duren voor we een selectie hebben gemaakt uit de 8000 foto’s, maar zodra ons beeldverhaal klaar is zullen we het melden. Vooruitlopend op die selectie vind je hieronder alvast wat exemplaren.

Wij mijmeren nog geruime tijd over onze coast tot coast in Canada. Wat is het toch een fantastisch en divers land.

Whale
“Ben effe weg”

Supeior Lake
Ochtend mist over Lake Superior

Toeristenfoto bij Athabasca Glacier
Toeristenfoto bij Athabasca Glacier

Old male moose
Oude eland-heer

Knabbel (of toch babbel?)
Knabbel (of toch babbel?)

Winter wonder land op Mount Revelstoke
Winter wonder land op Mount Revelstoke

Eindelijk een beer die op de foto wil
Eindelijk een beer die op de foto wil

Paradijslijke hot tub
Paradijslijke hot tub

Gedoe en hittegolf

We zijn over de noordelijke prairies en olievelden naar Edmonton gereden. Het weer was al goed, maar werd nog beter en heter. We hebben nu al dagen 27 graden en zonneschijn.

Elk Island National Park was alweer anders. Ongelofelijk gouden bladeren met een strak blauwe lucht. Wat een herfst! Ondanks we maar even in dit een klein park waren, kwamen we bisons, grondeekhoorns en zelfs een elk tegen. Alleen het gebrek aan overnachtingsplaatsen wierp een schaduw over dit park. Daarnaast hadden we nog wat ander gedoe: problemen met de creditcard, eerder genoemde haperende harddisk (met foto’s), een moeilijk beschikbare huurauto, honderden kilometers omrijden en volle accomodaties, maar…

Inmiddels zijn we in Jasper, in de Rocky Mountains. Bekend terrein. De mooiste plek op aarde: Japer Lake, Medicine Lake, gletchers op Mount Edith Cavell. Het meeste gedoe is opgelost en het is hier nog steeds fantastisch.

Zometeen gaan we via de Icefields Parkway naar het zuiden. Dit wordt onze laatste zomerdag. De herfst gaat ons waarschijnlijk inhalen met regen en kou. Maar hee: we zitten in de Rockies!

En dankzij deze Vista-doos zelfs wat fotootjes (Jammer dat ie geen RAW files kan openen. Het blijft behelpen…):

Niagara Falls
Niagara Falls

Bison met ekster
Een Bison uit ‘onze’ kudde

Voor ieder een elk
Voor ieder een Elk in Jasper

Indian summer
Indian Summer

Vrolijkheid in de bossen
Vrolijkheid tijdens het wandelen